Kloos gorter van eeden

In dit gevreesd gemis. Het leven van Willem Kloos

Met In dit gevreesd gemis. Het leven van Willem Kloos heeft Bart Slijper een prachtig boek geschreven. Het is een biografie geworden die niet alleen interessant is voor liefhebbers van de poëzie van Kloos en zijn literaire kritieken. Het is een boek voor iedereen die in een willekeurige stad door de Frederik van Eedenlaan loopt, linksaf de Alberdink Thijmstraat inslaat om vervolgens het Jacques Perkwegje te nemen.

De Tachtigers

Willem Kloos () staat weliswaar centraal in het boek, maar de biografie van Bart Slijper is meer dan een beschrijving van diens leven. Dat komt omdat hij de literator vooral weergeeft in relatie tot zijn vrienden, van wie Jacques Perk en Albert Verwey de belangrijkste zijn. Slijper zegt zelf: ‘Omdat hij in zijn intense affaires zoveel van zichzelf toonde, heb ik mijn verhaal gestructureerd door de verbintenissen met zijn vrienden. Door in te zoomen op ‘de liefde die vriendschap heet’, hoop ik de sterkste drijfveren in zijn leven te hebben blootgelegd.’’ Dat is hem gelukt en het heeft bovendien zo zijn voordelen. De lezer leert niet alleen het leven van Kloos kennen, maar krijgt ook een fraai inzicht in de Beweging van Tachtig, een groep bevlogen auteurs die in de tachtiger jaren van de negentiende e



Kloos, Willem

Willem Johannes Theodorus Kloos, Nederlands dichter (Amsterdam - Den Haag ). Zijn moeder overleed kort na de geboorte van een tweede zoon. De vader hertrouwde in en de stiefmoeder gaf Kloos een harde opvoeding. Hij bezocht de HBS in Amsterdam en kreeg daarna privé-onderwijs in Grieks en Latijn van de bekende literator Dr. Willem Doorenbos. Van tot studeerde Kloos klassieke letteren, een studie die hij na het kandidaatsexamen afbrak.

Als criticus had Kloos in zijn debuut gemaakt in De Nederlandsche Spectator van Vosmaer onder het pseudoniem Q.N. en als dichter in in het maandblad Nederland met het dramatische fragment Rhodopis, eerder door De Gids geweigerd. Vanaf deze tijd tot april was hij intiem bevriend met de dichter Jacques Perk. Samen met hem maakte hij in de zomer van een reis naar Brussel en naar Laroche in de Belgische Ardennen. Na Perks vroege dood werd Kloos door Vosmaer betrokken bij de uitgave van Perks nagelaten Gedichten (). Kloos herschikte de gedichten naar eigen goeddunken en schreef er een inleiding bij die is gaan gelden als het poëtisch programma van de Beweging van Tachtig. Hierin formuleerde hij een aantal eisen waaraan poëzie in zijn ogen had te voldoen. In navolging van Leigh Hunt stelt Kloos dat poëzie m

Letterkunde

BOEKEN NR. 8, SEPTEMBER

Peter Janzen en Frans Oerlemans: Willem Kloos (): O God, waarom schynt de zon nog

door Christophe Van Eecke

Willem Kloos was meer dan een god in het diepst van zijn gedachten: in de ogen van zijn tijdgenoten was hij een gigant van de Nederlandse poëzie en de man die, zowel door zijn eigen gedichten als door zijn creatie van De Nieuwe Gids, de moderne dichtkunst in de Nederlandse literatuur introduceerde. Zijn historisch belang als scharnierfiguur van de moderne Nederlandse literatuur staat buiten kijf, en zijn dichtkunst blijft, zeker wat zijn beste werk betreft, ook vandaag nog overeind.  
 
Het werd dan ook tijd dat Kloos een wetenschappelijke biografie kreeg.
Kloos’ leven leest als een aaneenschakeling van drank, geldgebrek, overspannen vriendschappen, wanen en crises, – kortom: bijna het clichébeeld van de gekwelde dichter die ondanks (of net omwille van) zijn eindeloze misère een literaire gigant wordt. Alleen is het bij Kloos geen cliché: de man was drankzuchtig, paranoïde, stelde onmogelijke eisen aan zijn vriendschappen, en testte constant het uithoudingsvermogen van zijn vrienden met eindeloze vragen om geld en steun.
 
Wat daarbij opvalt, is het engelengedu

De man van de schitterende sonnetten

Wat las Willem Kloos ()? In de nieuwe biografie van Peter Janzen en Frans Oerlemans staat er niet veel over. Wel vertellen ze de fraaie anekdote dat Willem als zesjarige moeite had met lezen. Hij zag alleen maar ‘zwarte krieweltjes’ schreef hij in in De Nieuwe Gids. Een kwekeling vond hem destijds bijzonder dom. Willem barstte in tranen uit en riep: ‘Lezen leer ik nooit.’ Kloos vertelt deze anekdote vertederd, hij moet erom glimlachen en wij ook. Hij was een enorme veellezer en ook een geweldige boekenverzamelaar. In zijn geschriften na , hij is dan al lang ‘Tachtiger in ruste’, schept hij daarover op in verspreide autobiografische geschriften waarvan Harry Prick onder de titel Willem Kloos Zelfportret in in de Privédomein-reeks er een stel bijeenbracht. En waar ik de laatste weken met veel plezier in grasduinde.

Tegen het einde van zijn leven bezat hij reusachtig veel boeken. Op foto’s zie je hem omringd door volgestouwde boekenkasten. Zag hij het daglicht toen nog wel? Dat viel mee, er zijn foto’s van hem tijdens een wandeling met zijn vrouw door Den Haag. Of wandelde hij alleen voor de foto? Hij beschreef zichzelf als een dromerig jongetje dat geheel in zichzelf gekeerd naar buiten staarde of plaatjesboeken bekeek. Later op de

Kloos, Willem Johannes Theodorus ()

&#; Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: Harry G.M. Prick, 'Kloos, Willem Johannes Theodorus ()', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL: []

Kloos, Willem Johannes Theodorus, letterkundige (Amsterdam - 's-Gravenhage ). Zoon van Johannes Kloos, kleermaker, en Anna Cornelia Ameise. Gehuwd op met Jeane Henriette Reine Reijneke (toevoeging voornaam Reijneke bij vonnis Arr. Rb. te 's-Gravenhage op ) van Stuwe, schrijfster (bekend onder de naam Jeanne Kloos-Reyneke van Stuwe). Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren.

Kloos' moeder overleed nog voor zijn tweede levensjaar. Zijn vader hertrouwde in met Sophia Petronella van Beresteyn, weduwe van W.J. de Roever ('De ijskille' en 'Het stiefmensch' uit Kloos' Binnengedachten). Op de HBS aan de Keizersgracht te Amsterdam () is W. Doorenbos zijn leraar voor geschiedenis. De dood van een vroegere klasgenoot. Jan Beckering, brengt Kloos in tot het schrijven van Duitse verzen. Privé-lessen Grieks en Latijn, ook van Doorenbos, bereiden hem voor op de studie klassieke letteren aan de Universiteit van Amsterdam.

In , Kloos' eerste collegejaar, wordt zijn gedichtfragment 'Rhodopis' door De Gids geweigerd. Met Jacques Perk, een leeftijdgenoot met even literaire ambities, vi