Aleid schilder biografie

‘Ik deelde mijn angsten niet met mijn zus, zo was onze rolverdeling niet’

“Aleid heette eigenlijk Aaltje, ze was mijn oudste zus. Op de foto zijn we respectievelijk ­zeven en vier jaar. Ik trek haar mijn kant op en zij trekt mij terug, heel symbolisch voor onze relatie. In het begin was zij echt de oudere zus, maar toen ze in haar puberteit psychische problemen kreeg, deed ze een ­beroep op mij. Op een keer zei ze: ‘Ik ben wel ouder dan jij, maar jij bent een oudere ziel’.

“We hadden een druk gezin met tien kinderen, onder wie een tweeling. Zeven jongens en drie meisjes. Net als Job in het Oude Testament en precies ­zoals mijn moeder had gewenst. Bij ons gold het recht van de sterkste. Er was een gebrek aan veiligheid, omdat mijn ouders als opvoeders tekortschoten.

“Mijn moeder leek zich daar ­totaal niet van bewust. Ik denk achteraf dat ze, net als ik, asperger had. Mijn vader was dominee en hoogleraar aan de Theologische Universiteit in Kampen. We zagen hem heel weinig. Hij moest in de voetsporen treden van Klaas Schilder, de broer van mijn opa, die in aan de wieg stond van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.”

Ik was veertien toen ik haar polsen verbond

“In het huishouden kwam veel op Aleid neer, zij zorgde vaak voor de kleintjes. Ze kon heel uitbundig zijn, maar soms

Aleid Schilder Hulpeloos maar schuldig

het verband tussen een gereformeerde paradox en depressie

Uitleg van de gereformeerde leerstellingen en het proces dat als gevolg hiervan kan ontstaan en kan leiden tot zware depressie.

Non-fictie

Nederlands | pagina&#;s (ePub2, 0,9 MB) | Kok, Utrecht |

E-book

Open domein Geluk kun je alleen schilderen

Aleid Truijens

Non-fictie 1 Favoriet

In april verscheen Hotz eerste verhalenbundel bij De Arbeiderspers: Dood weermiddel en andere verhalen. 'Een nieuwe Elsschot!' juichte Aad Nuis in Haagse Post. 'Verschijningen uit een koperdiepdrukwereld,' schreef een geïmponeerde Gerrit Komrij.
In de ruim twintig jaar die volgden schreef hij een alom geprezen, zij het klein oeuvre bij elkaar.

Over het leven van F.B. Hotz bestaat een door de auteur zelf zorgvuldig in stand gehouden schimmigheid. Zo zou het saai en teruggetrokken zijn geweest. Niets was echter minder waar. Frits Bernard Hotz () was begiftigd met drie grote talenten: hij kon goed tekenen, was zeer muzikaal en hij had schrijftalent. De Tweede Wereldoorlog maakte een einde aan zijn wens ontwerper te worden. Na de oorlog trad hij enige tijd op met bekende jazzorkesten, maar stopte na een groot drama in zijn vriendenkring. De drang om te schrijven bleef echter.
In zijn privéleven zat het Hotz vaak tegen, en zijn gezondheid was broos. Maar geluk was er ook. Het moment waarop hij hoorde dat zijn verhaal 'De tramrace' gepubliceerd zou worden, noemde hij 'een van de beste in mijn leven'. Het was het begin van een schrijversloopbaan van twintig jaar, die

Aleid Schilder evalueert zichzelf in herdruk ”Hulpeloos maar schuldig”

Ook bij de presentatie van haar boek in was er een samenloop van omstandigheden. Direct nadat de IKON een televisieportret uitzond over het gezin van de gereformeerd vrijgemaakte hoogleraar H. J. Schilder () lag ”Hulpeloos maar schuldig” in de boekhandel. Dat het zo liep, was niet door haar gezocht, schrijft Aleid Schilder in haar autobiografie ”Door de glazen deur” (). Toch liet de gang van zaken, evenals de inhoud van het boek –samengebald in de ondertitel ”Het verband tussen een gereformeerde paradox en depressie”– alarmbellen rinkelen in de gereformeerde wereld waaruit psychologe Aleid Schilder afkomstig was.

Na een veelbewogen leven –Schilder schrijft in haar autobiografie over wisselende relaties met mannen, psychoses, mislukte zelfmoordpogingen en het loskomen van God en haar verleden– kwam de psychologe tot een paradoxale draai: ze ging weer spreken over het bestaan van God. Al zag ze Die dan net als de Middelburgse predikant Klaas Hendrikse als onderdeel van zichzelf. Over haar oudoom, Klaas Schilder, leidsman bij de Vrijmaking van , wilde ze zelfs een psychologische biografie schrijven.

Het Nederlands Dagblad plaatste eerder dit jaar een interview met Schilder, waarin ze nog eens samenvatte waa

dochter

Mijn herinnering: In mijn geboortedorp Beilen was nog geen vrijgemaakte kerk. Een kleuterjuf , die bij familie in het dorp logeerde, stuurde een kattebelletje aan mijn vader, die tot de 'bezwaarden' behoorde. Zij wilde weten wat het adres was van de ware kerk. Er was geen adres want er was geen vrijgemaakte kerk. Dat was het begin van de plaatselijke vrijmaking. Er ontstond een groepje dat in een huiskamer kerkte. Bij ons thuis zelfs, omdat de kamers en suite voldoende ruimte boden. Er was een scriba, die in het gehucht Holten achter Lievinge bij de molen woonde. Daar was het adres.

In Klaas Schilder werd in die tijd geloofd. De professor was een godheid. Wat hij beweerde was evangelie.

Zijn achternicht Aleid verzuchtte over zijn verzonnen postadres: " wonderlijke uitspraak voor zo'n intelligente man, die aangeeft hoe fanatiek hij van die enige ware kerk was overtuigd."

De neef van Schilder, de vader van Aleid, zou niet met haar moeder getrouwd zijn (zelfs van een verloving kon geen sprake zijn) als zij geen lid was geworden van de ware kerk.

Het geloof ging boven de liefde.

Ze volgde haar man. Toen hij echter overleed, stapte ze over naar de Nederlandse Gereformeerde Kerk, een groepering die zich weer had afgescheiden van de vrijgemaakt