Johannes van dam biografie recensie
Nauwgezet portret van Johannes van Dam – de schrik van Amsterdamse restaurants – maar of we hem beter leren kennen? (drie sterren)
Jeroen Thijssen: Johannes van Dam – De biografie
Nieuw Amsterdam; pagina’s, € 24,
In publiceert schrijver Jeroen Thijssen zijn eerste roman: Broeder. Omdat Thijssen ook over eten schrijft voor het dagblad Trouw, lijkt het de uitgever een leuk idee Johannes van Dam het eerste exemplaar in ontvangst te laten nemen. De grote meester wordt met de auto naar Haarlem gebracht waar de presentatie is. Op het moment suprême neemt Van Dam het boek in ontvangst en spreekt de woorden: ‘Dit is het boek van Jeroen Thijssen. Ik ken hem niet.’
Als diezelfde Thijssen, vijf jaar na de dood van Van Dam met een biografie over de man komt, dan weet je één ding zeker: het zal geen hagiografie worden.
Een afrekening is het (gelukkig) ook niet. Wat het wel is geworden, is een nauwgezet portret van de man die 23 jaar lang de schrik was van restaurants in Amsterdam en ook daarbuiten faam verwierf met zijn magnum opus DeDikkeVanDam.
In de ruim opgezette biografie passeren alle vroege levensfases van Van Dam uitgebreid de revue: het traumatische auto-ongeluk in het Pekelerdiep waarbij de dan jarige Johannes zichzelf en zijn zusje kan redden, maar zijn vader verdr
Smakelijke verhalen over Johannes van Dam
Iets te laat uur meld ik me bij Scheltema voor de presentatie van de biografie van Johannes van Dam.
Geen mens.
Die blijkt bij Athenaeum, hou ze ook maar eens uit elkaar. Dan heeft zo'n Scheltema nog een hoop roltrappen naar beneden trouwens.
Ik ga als een haas naar Athenaeum. Daar gaan de kroketten van Holtkamp al rond.
Het is druk tussen de schappen, stapelen kun je aan zo'n boekhandel wel overlaten.
Om het hoekje beginnen de praatjes, gelukkig is er een microfoon. Willemijn Visser van uitgeverij Nieuw Amsterdam somt kenmerken van de grote Van Dam op. Kwelgeest bijvoorbeeld, maar ook goede vriend en man met humor en vele smakelijke verhalen.
Vijf jaar na zijn dood blijft hij zichtbaar in de stad: in vergeelde, geplastificeerde Proefwerken in restaurantjes en potjes tomatensoep bij de Albert Heijn.
Biograaf Jeroen Thijssen vertelt over een onfortuinlijke ontmoeting met de meester.
"Ik was begin veertig, beginnend culinair journalist en Van Dam sloeg zijn vleugels om mij heen."
Toen Thijssen in zijn eerste roman presenteerde, leek het een uitstekend idee om Van Dam te vragen. Hij werd naar een boekwinkel in Haarlem gereden. "Er waren negen mensen. Vrienden van mijn ouders."
Johannes kreeg het eerste exemplaar. Hij sprak: "N
Culinair journalist Johannes van Dam wist heel veel, maar was te weinig zelfkritisch
Een verrassende keuze, als je de inleiding leest, over hoe hij als jonge schrijver ronduit hilarisch geschoffeerd werd door Van Dam. “Daarna meed ik hem. Ik was niet de enige. Naarmate ik langer in het circuit van culinair publicisten rondhing, kreeg ik steeds meer verhalen te horen. Over zijn drammerigheid. Over zijn botheid. Over zijn tentoongespreide alwetendheid. Want hij wist altijd alles, dat moesten de sprekers dan wel toegeven - waarschijnlijk maakte dat het extra erg.”
Waarom dan toch een biografie schrijven? “Twee redenen,” vertelt hij aan de telefoon. “Verbazing, want waarom werd hij nooit tegengesproken als hij riep dat hij de beste was, maar ook fascinatie. Hij was een hork, maar je voelde dat er allerlei leed onder zat, bijna als een romanpersonage.” En dan blijkt het een voordeel dat Thijssen niet alleen culinair journalist is maar ook romancier. Het boek leest als een trein en elk hoofdstuk eindigt met een heuse cliffhanger.
Nabellen en checken, zoals een journalist betaamt, daar deed hij niet aan
De tragiek begint meteen in het eerste hoofdstuk, met het auto-ongeluk waarbij hij op jarige leeftijd zijn vader verliest en hij zijn zusje redt van de dood. Althans dat beweerd
Johannes van Dam, recensent die restaurants kon maken of breken
Hij noemde zichzelf de beste culinair journalist van Nederland: de in overleden Johannes van Dam. In zijn wekelijkse rubriek 'Proefwerk' voor Het Parool schreef hij recensies over talloze Amsterdamse eetgelegenheden. Van Dam was daardoor geliefd én gevreesd.
Zijn rubriek werd graag gelezen, omdat hij vlijmscherp en zonder blad voor de mond schreef over zijn eetervaringen. Hierdoor kon Van Dam restaurants maken of breken. Journalist en schrijver Jeroen Thijssen noemt hem daarom ook wel "de Wreker van Amsterdam".
Thijssen schreef de biografie over Van Dam, die vandaag verschijnt. Volgens hem zagen restauranteigenaren Van Dam dankzij zijn donkere hoed, leren jas en grote snor vaak al aankomen nog voordat hij überhaupt zijn scooter voor de deur had geparkeerd.
"Wanneer hij dan binnenkwam, sloeg de paniek toe en klonk er vaak een kreet vanuit de keuken. Sommige restaurants hadden zelfs een speciaal "Johannes van Dam-protocol" en waren echt bang voor hem omdat hij zo'n grote invloed had en enorm vilein kon schrijven."
"Ze kunnen niet inkopen, hebben geen warenkennis, niet meer dan een flauw idee van kooktechnieken en vooral absoluut geen smaak (en reu
Vijf jaar na zijn dood kwam de biografie van Johannes van Dam uit. Veel culinaire liefhebbers keken er naar uit. Het door Jeroen Thijssen geschreven boek geeft een onthullend kijkje in het leven van de man die door zijn vaak venijnige recensies menig restaurateur tot wanhoop bracht. De auteur brengt een man tot leven wiens leven in het teken van eten stond. “Hij was een moeilijk mens. De Gaykrant spreekt met Jeroen Thijssen die Van Dam als collega kende.
Tekst: Paul Hofman
Hoe ben je op het idee gekomen over Johannes van Dam een boek te gaan schrijven? Wat betekende hij voor jou?
“Hij schreef voor het Parool over eten en ik deed dat voor Trouw. Toen ik rond begon deed hij vaderlijk en gaf mij goede raad. In de jaren daarna kwam ik hem tegen bij proeverijen, op beurzen of presentaties. Dan wisselden we wat van gedachten, daarmee hield het op. Toen zijn magnum opus, De Dikke van Dam, uitkwam heb ik hem uitgebreid geïnterviewd voor mijn krant.
In zou mijn eerste roman verschijnen, Broeder. In de Haarlemse vestiging van Athenaeum zouden we een presentatie houden. De manager zei: Is het niet leuk als Johannes het eerste exemplaar in ontvangst neem? Zelf zag ik het verband niet zo, Broeder ging niet over eten. Maar ach, als zij het wilden. En Johannes zei: ‘Ja’.
We