Gerd müller biografie

De talentvolste anarchist op het veld

Diego Maradona kijkt naar rechts, op 2 maart , en hij ziet een jongen naast hem zitten achter een tafel. Een melkmuil nog. Maradona, bondscoach van Argentinië, maakt enig misbaar, staat op en vertrekt. Hij had zijn collega Löw verwacht. Hij, de grote Maradona, gaat toch geen persconferentie geven naast een jongen. Wie is die melkmuil, een ballenjongen?

Even later keert hij terug. Consternatie onder de journalisten, gevolgd door schatergelach. Maradona: 'Sorry. Ik wist niet dat die jongen een speler was van de Duitse ploeg.' Die speler was dus Thomas Müller, een dag later debutant in de Mannschaft, tijdens een oefenduel met de Argentijnen. En weer vier maanden later, op het WK in Zuid-Afrika, vernedert Duitsland het elftal van Maradona in Kaapstad, met , in de kwartfinales. De is van Müller.

Thomas Müller dus. Topvoetballer, populair bovendien. En grappig, vinden ze zeker in Duitsland. Na de WK-finale van in Rio, met gewonnen na verlenging, spreekt hij een Colombiaanse verslaggeefster. Ze stelt in haar eerste vraag dat het jammer is dat hij geen topscorer van het toernooi is geworden. Müller verheft zijn stem in het feestgedruis, spreekt opeens met Beiers accent en zegt dat ze die Gouden Schoen wat hem betreft 'achter haar oren' kan wr

Had Jan Jongbloed niet kunnen duiken, is de vraag die steeds opkomt bij beelden van de beslissende van Gerd Müller in de WK-finale van  Bij zijn overlijden, op jarige leeftijd, is het passend het antwoord te laten aan Jan Jongbloed zelf, doelman in twee (verloren) WK-finales.

‘Duiken is gewoon een kwestie van staan. Een metertje naar links of een metertje naar rechts. En als ik een bal echt niet tegen kon houden, dook ik niet. Daar had ik een klere hekel aan. Moet je weer opstaan… Ik was er te lui voor’, zegt Jan Jongbloed in de biografie met als titel Aparteling, die in verscheen. Over dat doelpunt van Gerd Müller zegt hij daarin ook nog: ‘Mensen die beweren dat de bal houdbaar was, hebben zelf niet gevoetbald.’

De keuze voor Jan Jongbloed () als doelman van Oranje in was verrassend. Jan van Beveren (PSV) gold onomstreden als de ‘beste doelman’ van Nederland. Maar bondscoach Rinus Michels greep een blessure van Van Beveren aan om de voorkeur van Johan Cruijff te volgen. Cruijff wilde een keeper die oog had voor de ruimte áchter de defensielijn, iemand die ook buiten het strafschopgebied kon ingrijpen. ‘Van nature ben ik een doelman die snel zijn doel uitkomt en graag ver uitloopt, als het moet’, zei hij er zelf over in

KEUZE VOOR ARIE HAAN

Jongbloed was ook een laconie

Doelman Jan Jongbloed is altijd zichzelf gebleven

Nog altijd zijn er mensen die in razernij ontsteken bij de naam Jan Jongbloed. Jan Jongbloed, de doelman van Oranje die op 7 juli niet eens dook op de niet al te harde schoten van Paul Breitner en Gerd Müller.

Jan Jongbloed, die in opnieuw een WK-finale speelde, en volgens velen debet was aan de twee doelpunten die Mario Kempes maakte. Met Jan van Beveren op doel waren we twee keer wereldkampioen geworden, zeggen de mensen die allergisch zijn voor de naam Jan Jongbloed.

Geen zin in Ajax
Zou Aparteling iets voor hen zijn? De biografie die Youri van den Busken schreef over de ras-Amsterdammer die op zijn 44ste nog betaald voetbal speelde (nooit geëvenaard), die profwedstrijden speelde (nooit geëvenaard) en die twee WK-finales op doel stond (nooit geëvenaard), zou dat iets voor hen zijn?

Die vraag moet ontkennend worden beantwoord. Over dat doelpunt van Gerd Müller: "Mensen die beweren dat die bal houdbaar was, hebben zelf niet gevoetbald." 

In het boek zegt hij ook een paar keer dat hij een hekel had aan naar de bal duiken - pure voeding voor de anti-Jongbloedianen. "Duiken is gewoon een kwestie van staan. Een metertje naar links of een metertje naar rechts. En als ik een bal echt niet tegen kon houden, dook ik niet. Daar

Jan Jongbloed (): de eigengereide keeper die niet van duiken hield

Dat eeuwige gezeur dat die bal houdbaar was geweest. Dat winnende doelpunt van Gerd Müller in de 43ste minuut van de WK-finale die op 7 juli in München werd gespeeld. Een niet al te hard schot uit de draai, een specialiteit waarmee Der Bomber doelman Jan Jongbloed, die op de doellijn bleef staan kijken naar de bal, kansloos liet.

Nederland verloor de finale van West-Duitsland met Er zijn nog steeds mensen die de naam Jan Jongbloed associëren met die verloren WK-finale. En nog steeds kwaad op hem zijn.

“Mensen die beweren dat die bal houdbaar was, hebben zelf niet gevoetbald,” was zijn repliek. Hij deed die uitspraak in de door Yoeri van den Busken geschreven biografie Aparteling uit Een openhartig boek waaruit het beeld oprijst van een man die altijd zichzelf is geweest. Dat hij bleef staan kijken naar de bal van Gerd Müller kwam omdat hij een hekel had aan duiken – vrij apart voor een doelman.

“Duiken is gewoon een kwestie van staan. Een metertje naar links of een metertje naar rechts. En als ik een bal echt niet kon houden, dook ik niet. Daar had ik een klerehekel aan. Moet je weer opstaan… Ik was er te lui voor,” zei hij in Aparteling.

Vissen, vrouwen, voetbal

Een andere typerende uitspraak van d

Dit geweld is ontoelaatbaar

Vlak voor ik de radio uitzet hoor ik een opgewekte stem nog zeggen dat het aantal vrouwelijke seriemoordenaars in Nederland is verdubbeld: van één naar twee.

De dag is grijs. Het regent niet. Het is niet koud, het is niet warm. De wind is matig.

Het is de dag na de boerenprotesten in enkele provinciesteden. Er is veel schande gesproken over het zacht openduwen van een deur en het omver rijden van een hek. Dat was in Groningen, in de provincie waar boeren beven.

Waar alles beeft.

Tot in het merg.

Schande van die deur en dat hek.

Dit geweld is ontoelaatbaar, zeggen ze. De boeren verspelen de sympathie van de bevolking.

Zo dun is die sympathie.

Ontoelaatbaar geweld.

Ik denk aan de Koerden.

Soldatenschoen tegen haar schouder

Het dode, grijs bestofte gezicht van Hevrin Khalaf, de Koerdische politica. De soldatenschoen tegen haar schouder. Ook hier een duwen. Haar hoofd beweegt even. Haar gezicht niet.

Ik heb ernaar gekeken.

Naar dat mooie, verbijsterde gezicht.

Telkens weer.

In mijn werkkamer aan een stille straat. Waar een heel dun geweven Amerikaanse vlag half voor het raam hangt. Als ik naar buiten kijk, voorbij die vlag, zie ik alleen maar bomen.

Af en toe brengt de wind ze in beweging. In de hoge conifeer die het licht uit onze tuin