Albert alberts biografie

Profiel

Achternaam: Alberts
Voornaam: Albert
Roepnaam: Bert
Geboren:
Te: Haarlem
Overleden:
Te: Blaricum

Pseudoniem(en): A. Alberts gebruikte het pseudoniem Andries Bestebloem in 'De Groene'.

Naar Boven

Werk

Proza

• De eilanden (verhalen) ()
• De bomen ()
• Namen noemen: zo maar wat ongewone en openhartige herinneringen aan het leven in een verloren paradijs, dat Nederlands-Indië heette, - ()
• De Franse slag ()
• De vergaderzaal ()
• Aan Frankrijk uitgeleverd (gewijzigde herdruk van 'De Franse slag') ()
• In en uit het paradijs getild (gewijzigde herdruk van 'Namen noemen') ()
• Haast hebben in september (verhalen) ()
• De honden jagen niet meer ()
• Maar geel en glanzend blijft het goud ()
• Het zand voor de kust van Aveïro ()
• De Utrechtse herinneringen van A. Alberts ()
• De zilveren kogel ()
• Inleiding tot de kennis van de ambtenaar ()
• Een venster op het Buitenhof ()
• De vrouw met de parasol ()
• De daken (bibliofiel, 50 ex.) ()
• Libretto voor een gewezen koningin (keuze uit eigen werk) ()
• Achter de horizon (bibliofiel, 99 ex.) ()
• Een tocht naar Keureutoè: Atjeh, (bibliofiel, 24 ex.) ()
• Blaricu

  Recensie: Graa Boomsma &#; Leven op de rand. Biografie van A. Alberts

  Ik leef niet in de wereld, ik hang er tegenaan

  Waar moet een biografie ten minste aan voldoen? Een goed gedocumenteerde levensloop, plaatsing van de beschreven persoon in de tijdsgeest, nuancering van het, eventueel vastgeroeste, beeld dat de buitenwereld heeft en verdieping van beweegredenen. Wanneer het onderwerp een kunstenaar betreft, word je idealiter aangezet tot het (opnieuw) bekijken, beluisteren of lezen van het werk, tot heroverweging, tot verdere studie.

  Leven op de rand, de biografie van Albert Alberts ( – ) door schrijver en essayist Graa Boomsma (), voldoet aan die eisen, en meer. Het boek is informatief, bijzonder goed gedocumenteerd en secuur. Maar de gedetailleerdheid gaat nergens ten koste van de vaart, van de helderheid, van de spanningsboog.

  Schrijvers zijn gewend aan het redigeren van teksten, aan het naar hun hand zetten van de werkelijkheid. Niet zelden zijn hun archieven opgeschoond, houden ze op die wijze over de dood heen de regie over hun imago, voeden de mystificaties. Boomsma moet beslist een hele kluif hebben gehad aan het ontrafelen van het fenomeen Alberts. Alberts, de eenling, de zelfgekozen buitenstaander in literaire kring en in het sociale leven, liet zijn huis

  
  

  Geschiedenis: Hoe zag onze wereld er vroeger uit en wat gebeurde er toen?

  Nederlandse schrijver

  De Nederlandse schrijver A. Alberts was bestuursambtenaar in Nederlands-Indië. Hij debuteerde in met 'De eilanden'. Zijn roman 'De vergaderzaal' () werd twee jaar later voor de televisie bewerkt. A. Alberts werd in onderscheiden met de Constantijn Huygensprijs.
  

  Opleiding

  Albert Alberts werd op 23 augustus geboren in Haarlem. Hij doorliep de hbs in Apeldoorn en studeerde indologie in Utrecht. Alberts trad in dienst bij het ministerie van koloniën in Parijs. Hij promoveerde in tot doctor in de geschiedenis.
  

  Nederlands-Indië

  In vertrok Alberts naar Oost-Java, waar hij als adjunct-controleur van Madoera werd aangesteld. Tijdens de oorlog was hij geïnterneerd. Na de oorlog keerde Alberts terug naar Nederland. Van tot was hij redacteur bij De Groene Amsterdammer, daarna werkte hij voor het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag.
  

  De bomen

  Alberts debuteerde in met de verhalenbundel 'De eilanden'. Een jaar later verscheen 'De bomen' (). Dit boek werd door de critici veel geprezen. Het werk van Alberts is zeer autobiografisch.
  Zijn korte roman 'De vergaderzaal' () werd in voor de televisie bewerkt. Naast literair werk schreef Alberts ook geschiedku

  A. Alberts

  door Walter van de Laar
  met een aanvulling door Henk Jansen

  1. Biografie

  Albert Alberts is op 23 augustus te Haarlem geboren. Hij stamde uit een geslacht van gezagvoerders ter koopvaardij; zijn ouders waren Friezen. In verhuisde het gezin naar Apeldoorn waar hij de Koninklijke HBS bezocht.

  Van tot studeerde Alberts indologie in Utrecht. Na zijn doctoraalexamen trad hij als ‘fonctionnaire bénévole’ in dienst bij het ministerie van Koloniën te Parijs. Daar werkte hij ook aan het proefschrift Baud en Thorbecke, , waarop hij in promoveerde, waarna hij naar Soemenep vertrok op Madoera, in Oost-Java. Hier zou hij, tot zijn internering in het kamp Tjimahi in april , werkzaam zijn als bestuursambtenaar. Na de bevrijding werkte hij voor het Koninklijk Nederlandsch-Indische Leger. In november keerde hij naar Nederland terug, waar hij nog korte tijd als ambtenaar werkzaam was op het ministerie van Overzeese Gebiedsdelen.

  Nadien was Alberts tot directiesecretaris van het Kinabureau in Amsterdam, een clearing-instituut voor kinabastproducenten en kininefabrikanten. Zijn eerste verhalen schreef hij toen hij in bij zijn moeder in Appingedam verbleef. Hij debuteerde in met ‘Batavia en Djakarta’ in Libertinage. Zijn ee